Kleine rituelen
foto: Eva Peeters, www.geis.be
Een tentoonstelling over Indonesië, over voorouders en rituelen, over leven en dood. Er wordt geschuifeld door velen langs rijen van indrukwekkende objecten, langs afbeeldingen van voorouders en symbolen voor kracht en voor vruchtbaarheid.
De laatste ruimte is een plek in het nu. Een plek waar het schuifelen wordt onderbroken. Er ligt een boek voor recepten, ideeën en rituelen. Het heeft vele bladzijden, lege bladzijden nog, met ruimte voor nieuwe rituelen, hedendaagse riten, voor inspiratie van levenden, hier en nu. Op welke manier is er contact mogelijk met de voorouders? Wat kan vertroosting brengen bij momenten verlies? Wat zijn de kleine rituelen die verstopt zitten in de kieren van ons bestaan?
Wat verder in de ruimte prijkt er een sobere offerplaats: een prikbord, een resem papiertjes om te vouwen tot kleine zakjes, en een schaar.
Rituelen voor het grote afscheid, die hebben we, ze zijn meegereisd uit onze geschiedenis naar vandaag. Rituelen voor het andere verlies, dat kleinere afscheid, ergens onderweg, die hebben we niet, daar hebben we geen instrumenten voor, geen riten van koesteren en loslaten, van loslaten en koesteren.
Een jongeman verschijnt, zijn blik aait het prikbord met offers, zijn gedachten dwalen rond, ergens tussen de tentoonstelling en elders. Hij is lang en timide. Zijn blik is zacht en afwachtend. Een vrouw komt naast hem staan. Ze heeft dezelfde zachte ogen, weggeborgen achter een zware bril. Ze heeft belangstelling in het bord, met haar ene hand raakt ze eventjes de schaar aan en schikt ze de papiertjes tot die weer allemaal netjes op een stapeltje liggen. ‘Ik wacht buiten op je,’ zegt hij. Ze knikt en kijkt hem na tot de zware deur achter hem is dichtgevallen.
‘Hij kan er niets aan doen, zijn vader verliet me toen hij twaalf was. Het is achttien jaar geleden, nog steeds heb ik pijn.’ De zachte ogen worden nat. Ze neemt de schaar en knipt met een snelle beweging een plukje haar weg. Ze stopt het in het papieren zakje dat bovenaan de stapel ligt en prikt het op het bord.
Een kwieke dame op leeftijd houdt halt. Ze heeft in haar leven veel gereisd. Heel wat jaren geleden trok ze doorheen het Annapurna gebergte in Nepal, het was een zware tocht. Een vrouw van de lokale bevolking stopte haar een diepgroene steen toe, het bleek een steen voor bescherming, om haar bij te staan op haar trektocht. Een tijd later vond ze een stok langs het pad, ze nam hem mee naar huis. Het was een eigenaardig ding, met lederen flappen en vreemde koordjes. Thuisgekomen probeerde ze de stok schoon te maken zodat ze hem een plek kon geven in haar huis. Het lukte niet en de stok verdween, gewikkeld in vele lagen krantenpapier, bovenop een kleerkast om er jarenlang stof te vergaren.
Haar vader stierf, hij was oud. Net in die week zag ze een documentaire op de televisie, een documentaire over Nepal. Er was een stok te zien, precies zoals degene die ze ooit gevonden had. De stok werd gebruikt om de doden op een behouden reis te zenden, door er op te blazen in elke windrichting. Veertig jaar nadat ze de stok op de kast had gelegd, pakte ze die weer uit. Ze trok er mee naar het graf van haar vader en blies erop in elke windrichting. Ze wenste hem een behouden reis.
Een groep verzamelt bij het laatste object van de tentoonstelling. Een graftombe in de vorm van een schildpad waarin men zittend begraven werd. De mensen van de groep luisteren aandachtig naar de gids die geestdriftig vertelt over de lokale gebruiken van het volk in kwestie.
Hij is als enige weggedwaald van de kudde, zijn blik rust op het bord met offers. De felblauwe trui die hij draagt, accordeert met zijn lichte ogen. Drie jaar geleden stierf zijn vrouw. Hij besefte dat hij iets moest verzinnen om haar te kunnen laten gaan. Hij besloot om haar iets mee te geven. Hij had een schappeliertje, een hangertje met twee medaillons. Zij had het hem gegeven, jaren terug, om hem te beschermen tijdens de oorlog. Ze had niet geweten dat hij het na al die jaren nog steeds had. Nu brak hij het kettinkje in twee om aan ieder deel een medaillon te hangen. Hij zond de ene helft met haar mee in de kist. Het andere tovert hij tevoorschijn, het zat verborgen onder zijn trui en het witte hemd. Hij neemt het tussen zijn vingers en wrijft erover.
‘Zo kon ik haar laten gaan.’
Een portret gemaakt in opdracht van Barbara Raes van Beyond the Spoken ter gelegenheid in het kader van Ancestors&Rituals, Europalia Indonesia.